Voor de eerste opdracht in dit mysterie gaan we terug in de tijd. Ga er maar even goed voor zitten want het is een meeslepend verhaal over annexatie, verzet en broederschap.

We schrijven 1966…….

Grote buurman Leiden heeft in de loop der jaren regelmatig haar gemeentegrens opgerekt door van de buurgemeenten land af te knabbelen. Oegstgeest, Leiderdorp, Warmond en Voorschoten ontkwamen niet aan de Leidse expansiedrift op zoek naar ruimte voor inwoners en bedrijven. Ook Zoeterwoude ontkwam niet aan de zoektocht naar ruimte van de buren uit het noordwesten en leverde regelmatig grond in.

Waar ooit de gemeentegrens van Zoeterwoude tot de Zoeterwoudsesingel reikte, kwam daar door  annexaties in 1896 en 1920 een eind aan. Daarna, tot 1966, lag de gemeentegrens tot het Rijn-Schiekanaal waar afgelopen jaar Schans Lammen gevonden werd. Maar voordat we het over het landjepik van 1966 hebben, is het goed om te weten dat die snode plannen al in 1956 bekokstoofd werden.

De provincie Zuid Holland riep in 1956 de buurgemeenten van Leiden bijeen om met elkaar op zoek te gaan naar beschikbare ruimte om de groei van Leiden te kunnen faciliteren. Het eerste plan liet zien dat alle grond ten westen van de A4 Leids moest worden, maar ook dat al het gebied ten noorden van de spoorlijn Leiden - Utrecht (Zoeterwoude Rijndijk dus) moet worden toegewezen aan Leiderdorp.

“Voor Zoeterwoude zijn de plannen desastreus. De gemeente moet 670 hectare van haar 2780 hectare grondgebied afstaan. Veel belangrijker is echter het verlies aan inwoners. Door de voorziene overgang van de Rijndijk naar Leiderdorp verliest Zoeterwoude bijna 2.500 van haar 6.000 inwoners, dat is 40%. Het houdt niet meer dan 3.500 inwoners over, wat ook naar de toenmalige verhoudingen gering is.” (Bron: Suetan - John van Leuken).

Het is echter niet het ‘weggeven’ van het noordelijke deel van Zoeterwoude dat ons bij de held van het verhaal brengt. Het gaat om het stuk ten westen van de A4. Onze held woont dan al daar, alhoewel hij daar niet werd geboren. Hij werd geboren in het Elisabeth ziekenhuis dat toen nog op de Hooigracht stond. Nu vind je daar Loetje en nog niet lang geleden grand café Olivier. Op 9 mei 1940, één dag voor het uitbreken van de 2e Wereldoorlog, ziet held Jan daar voor het eerst in zijn leven licht. Eén dag na zijn geboorte mocht hij samen met zijn moeder, Marie van der Tuin - de Heiden, het ziekenhuis verlaten. Omdat er door het uitbreken van de oorlog nauwelijks vervoer was, reden zij mee met een vrachtwagen, die geladen was met vaten bier. Het ouderlijk huis, waar Jan vandaag de dag nog steeds woont, is Vrouwenweg 8. De liefde voor de Vrouwenweg (toen dus nog Zoeterwouds grondgebied) ging en gaat ver, maar daarover meer later in het verhaal.

Terug naar de annexatie. Tien jaar lang was er nodig voor de eerder genoemde gemeenten en de provincie om te besluiten dat de grond ten westen van de A4 Leiden moest gaan heten. In 1961 doet burgemeester Detmers nog een meesterzet door te stellen dat Zoeterwoude Leiden niet kan helpen aan grond om te bouwen, maar dat de Cronesteynpolder een natuurlijke groene barrière moet blijven om te recreëren en te verblijven. Minister van Binnenlandse zaken Toxopeus geeft gehoor aan die oproep, waardoor de polder in ieder geval groen blijft. Later wordt Toxopeus inwoner van Zoeterwoude, maar dat is geheel toevallig.

Het is dus een feit dat de Vrouwenweg (en dus ook het klooster) vanaf 1966 Leids zullen zijn. Maar daar gingen het provinciebestuur en de burgemeester van Leiden fors te kort door de bocht van Vrouwenweg naar Zoeterwoude. De bewoners van die Vrouwenweg legden zich niet neer bij die beslissing. Zij voelden zich niet gehoord en omdat er in die tijd nog geen participatietrajecten bestonden, was er voor hen maar één manier om dat duidelijk te maken: Strijd!

In de zomer van 1966 werd in het Buurthuis in de tuin van het klooster vergaderd en het kwam vooral door het geestdriftige betoog van leider Jan de Heiden dat men besloot om te strijden voor wat het waard was. Liever strijdend ten onder dan Leienaar worden. En strijd, dat werd het.

Wekenlang bereiden de bewoners van de Vrouwenweg zich voor op de strijd. ’s Nachts staken zij het bruggetje naar park Cronesteyn over (later zou men dit ‘de tuintjes’ noemen) om wapentraining te volgen, man-tegen-man gevechten te oefenen, er werden zandzakken gevuld en er waren zelfs moedigen die zich sabotagetechnieken eigen maakten. Zij maakten plannen om de Lammebrug vol te hangen met springstof.

Maar een week voordat de brug de lucht in zou vliegen, stond er op maandagmorgen bij dageraad ineens een troepenmacht aan het begin van de Vrouwenweg. Voor eens en voor altijd zou de bewoners van de Vrouwenweg duidelijk gemaakt worden dat het afgelopen moest zijn met ‘de idioterie’ en dat het uit was met het gezever. Stapvoets trok de troepenmacht onder aanvoering van gemeentesecretaris Bavelaar het onbebouwde deel over richting de huizen. Wat zij niet zagen was dat de strijders van de Vrouwenburgerwacht, zoals zij zich inmiddels genoemd hadden, zich hadden verstopt in het eerste pand aan de kant van de Europaweg. In dit pand woonde bakker van der Hoeven, hij was adjudant van de troepen en stelde dus zonder enige twijfel zijn bakkerij beschikbaar.

Toen de voorste voertuigen voorbij reden werden zij bestormd door de furieuze strijders van de Vrouwenweg. Door deze hinderlaag konden Bavelaar en de zijnen niets anders doen dan terugtrekken. Een luid gejuich daverde over het water van de Vrouwenvaart (dat ooit eigendom was van de familie Tserclaes) in de richting van Leiden. Jan en zijn troepen (waar overigens ook vrouwen deel van uitmaakten, je woont immers niet voor niets op de Vrouwenweg) wisten echter wel, dat hoewel deze slag gewonnen was, Bavelaar het hier zeker niet bij zou laten zitten. En dat bange vermoeden zou spoedig waarheid worden…

Een paar dagen later kwamen de wachtposten in paniek van het kale eind terugrennen: “Ze komen eraan” klonk het uit de monden van Wout en Mart die door hun jeugdige leeftijd nog niet mochten vechten, maar hun taak als uitkijk zeer serieus namen. En inderdaad kwam daar een colonne aan die minstens vier keer zo groot was als eerder die week op maandag. Dit was niet waar de troepen van Jan op gerekend hadden en je zag de twijfel in de Vrouwenburgerwacht sluipen. Aan de achterkant van de groep dropen zelfs al voorzichtig mensen af bij het zien van de troepenmacht die steeds dichterbij kwam. Maar toen was daar Jan die als een ware generaal de troepen toesprak, terwijl hij zich naar voren werkte. Eenmaal vooraan kroop hij op de kar die dwars voor Bakkerij van der Hoeven op de weg stond en keek uitdagend in de richting van Leiden. Je kon hem bijna horen denken: Kom maar op dan, als jullie de Vrouwenweg willen hebben, zul je het moeten verdienen”.

En toen gebeurde datgene wat niemand verwacht had. Niet aan de kant van de Vrouwenburgerwacht, maar ook niet bij de Leidse tegenpartij; er klonk een schot!

Verbaasd keken beide partijen om zich heen; waar kwam dit schot vandaan? Door de kreten van pijn werd dit al snel duidelijk. Verzetsleider Jan de Heiden lag op de grond en hield zijn rechterhand angstig tussen zijn benen geklemd. In paniek trokken de Vrouwenwegbewoners zich terug in de richting van het klooster om te stoppen voor nummer 8, niet geheel toevallig het huis van de toen nog Zoeterwoudse Che Guevara: Jan de Heiden. Jan werd door zijn maten op zijn benen gezet en gelukkig bleken zijn verwondingen mee te vallen. Alhoewel….zijn rechterwijsvinger zat niet meer op de plek waar hij 5 minuten eerder nog gewoon gezeten had. In plaats daarvan zat er een bloedend stompje.

Gelukkig had een van zijn strijders de vinger gevonden, opgepakt en meegenomen. “Kom op Jan, snel naar de eerste hulp post”. Jan droop af en met hem verdween de moraal om de Vrouwenweg te behouden voor Zoeterwoude. Bavelaar en de zijnen trokken verder en voegden zonder verder veel moeite park Cronesteyn, het Klooster huize de Weipoort, de Vlietweg én de Vrouwenweg toe aan Leiden.

Jan de Heiden_Verzet.JPG

De Opdracht

<aside> 👉🏻 Het is precies bij Vrouwenweg no. 8, het huis van Jan, waar we op zoek gaan naar de route die Jan toentertijd heeft afgelegd om de medische hulp te krijgen die hij nodig had. Onderweg haal je aanwijzingen op die je nodig hebt om thuis de puzzel te kunnen maken. Je komt er dan achter wie zijn 4 belangrijke medestrijders waren, wat ze deden en op welke dag ze dat deden. Als je dat goed oplost, dan mail je het antwoord naar [email protected]

</aside>